Opschaling Ambulancezorg België
Opschaling:
Het inschakelen van aanvullende hulp van gelijkwaardig niveau, een hoger echelon en of een andere discipline.
![]() |
| Voorbeeld van opschalingsmodel (Nederland) |
In dit hoofdstuk wordt beschreven welke mogelijkheden er binnen de ambulancezorg zijn voor het opschalen van hulp.
Ambulanceteam
Een ambulanceteam bestaat uit twee ambulanciers.
Ambulancier
De ambulancier heeft relatief weinig mogelijkheden en bevoegdheden t.a.v. wat hij/zij mag en kan.
De bevoegdheden en interventies die een ambulancier mag uitvoeren, staan beschreven in een Koninklijk Besluit (KB)
Interventies, o.a.:
![]() |
| Ambulanciers |
- Aspiratie van luchtwegen
- Assistentie aanbrengen perifeer infuus
- Assistentie klaarmaken medicatie/infuus
- Cardiopulmonaire resuscitatie met niet invasieve hulpmiddelen
- voorbereiding van enkelvoudige inspuitbare geneesmiddelen
Gezien de beperkte behandelingsmogelijkheden is het ambulanceteam snel afhankelijk van opschaling van zorg (inroepen verpleegkundige team en of een (spoed) arts), voor bijvoorbeeld het toedienen van analgetica (pijnstillende medicatie) en of reanimatie op geavanceerd niveau.
PIT: Paramedisch Interventie Team
Dit is een ambulance (met vervoersmogelijkheden) waarbij er zowel een ambulancier aanwezig is (chauffeur van het voertuig) en een spoedverpleegkundige (deze vertrekken vanuit het ziekenhuis (welke een PIT functie heeft).
![]() |
| PIT Team Rumst |
Op basis van Standing Orders (protocollen) mogen deze verpleegkundige zelfstandig bepaalde interventies uitvoeren.
o.a.:
- Toedienen van medicatie (s.c./i.v./oraal/I.M.)
- Toedienen van pijnstilling
- inbrengen luchtweg zekering
Indien de hulpvraag de mogelijkheden van een regulier ambulanceteam en een PIT - team overschrijdt, dan kan de hulp in worden geroepen van een Mobiele Urgentie Groep (MUG)
Mobiele Urgentie Groep (MUG)
Dit team bestaat uit een spoedarts en een spoedverpleegkundige (chauffeur van het voertuig). Zij vertrekken met een ambulancevoertuig zonder vervoersmogelijkheden om aanvullende medische hulp te verlenen op Advanced Life Support-niveau.
o.a.
- Intubatie
- Toedienen diverse medicamenten (o.a. (sterke (re) pijnstilling
- Reanimatie met invasieve hulpmiddelen
- Draineren van een (spannings) pneumothorax
Coördinatie / Rampenplan
De verschillende personen, die als hulpverlener betrokken zijn bij een rampsituatie,
kunnen ondergebracht worden in vijf ‘disciplines’.
• Discipline 1: de brandweerdiensten,
• Discipline 2: de medische-sanitaire diensten (artsen, verpleegkundigen, hulpverlener
ambulanciers, psychologen, ...)
• Discipline 3: de ordediensten (politie)
• Discipline 4: de logistieke diensten (Civiele Bescherming, het materieel en het personeel
dat opgevorderd wordt, de huisvesting en het transport),
• Discipline 5: de informatiecel die in staat voor het contact met de media en de
bevolking. Haar opdracht omvat onder meer bepalen en het verspreiden van correcte
informatie en raadgevingen aan de bevolking
De algemene taken van discipline 2 zijn vervat in het KB van 16 februari 2006.
De taken worden vastgelegd in het mono disciplinair interventieplan van discipline 2.
MIP= Het Medisch Interventie Plan
Dit regelt de interventie modaliteiten van een discipline,
in overeenstemming met de bestaande nood en interventieplannen
Voor discipline 2 bevat het de maatregelen genomen in uitvoering van de wet van 8 juli
1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening voor de organisatie van de
hulpverlening in geval van rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen of schadegevallen
binnen een multidisciplinair kader.
Noodplanning en rampenhulpverlening
Een collectieve noodsituatie kan ernstige schade toebrengen aan een groot aantal personen,
materialen of het leefmilieu.
De organisatie van de medische en psychosociale hulpverlening vraagt een belangrijke
inzet van dagdagelijkse middelen van de dringende geneeskundige hulpverlening samen
met bijkomende specifieke middelen.
Het is daarom noodzakelijk de principes van coördinatie en organisatie en de structuur
van de keten voor dringende medische hulpverlening en psychosociale hulpverlening te
definiëren om tegemoet te komen aan:
• De toestroom van slachtoffers.
• Een situatie met bijzonder gezondheidsrisico of een bedreiging van de volksgezondheid.
• Een risicomanifestatie of een massamanifestatie.
• Een overzicht te hebben van het geheel van de beschikbare middelen (personeel,
materieel en diensten) die mogelijks ingezet dienen te worden.
• De mogelijke desorganisatie van de dagdagelijkse werking van de dringende medische
hulpverlening.
Doelstellingen Medisch Interventie Plan (MIP)
Een hulpverleningsmodel op zetten dat streeft naar een optimalisatie van de beschikbare
mensen en middelen.
De principes die gehanteerd worden voor de individuele hulpverlening toepassen op een
geoptimaliseerde collectieve hulpverlening die geen som mag zijn van individuele hulpverleningen,
doch een gecoördineerde aanpak waarbij een aantal middelen op een meer
optimale wijze worden ingezet.
De reguliere infrastructuren en diensten zo weinig mogelijk overbelasten met een ongecontroleerde
toestroom van slachtoffers.
Een verhoogde opvolging en mogelijks een reorganisatie van reguliere dagelijkse hulpverlening.
De plannen en acties van discipline 2 af te stemmen op en met de plannen en acties van
de andere disciplines in de hulpverlening.
De organisatie van de keten voor medische hulpverlening om, met respect voor het beroepsgeheim,
de slachtoffers op de best mogelijke wijze te helpen.
Coördinerend personeel
- Federaal Gezondheidsinspecteur (FGI)
Arts
ambtenaar van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu,
lid van het gemeentelijke of provinciale coördinatiecomité als vertegenwoordiger
van discipline 2 met administratieve bevoegdheid in naam van de Minister van
Volksgezondheid en verbindingsofficier voor de federale departementale crisiscel van de
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Discipline 2 wordt vertegenwoordigd door de Federale Gezondheidsinspecteur of zijn
afgevaardigde in de beleidscel. Hij wordt bijgestaan door zijn adjunct voor operationele
ondersteuning.
Hij wordt bijgestaan door de Psychosociaal manager of zijn afgevaardigde voor de psychosociale
aspecten.
- Adjunct federaal gezondheidsinspecteur (adjunct FGI)
Adjunct van de federaal gezondheidsinspecteur die helpt bij de uitvoering van het takenpakket
federaal gezondheidsinspecteur. De adjunct FGI zal in functie van de omstandigheden hetzij zetelen in het CC, hetzij de
Dir-Med ondersteunen op het rampterrein of deel uitmaken van de operationele staf.
- Psychosociaal Manager (PSM):
Adjunct van de federaal gezondheidsinspecteur die onder zijn verantwoordelijkheid
helpt bij de coördinatie van de psychosociale hulpverlening binnen discipline 2 en die
toeziet op de werking van het psychosociaal plan (overeenkomstig het PSIP).
De acties van de PSM en de relatie tot het MIP worden binnen het PSIP uitvoerig beschreven.
- Directeur Medische (DIR-MED):
Arts die de operationele leiding heeft over de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening,
aangewend voor de medische hulpverleningsketen op het rampterrein, ongeacht
de diensten waarvan de hulpverlening afkomstig is. De Dir-Med werkt onder het
administratieve gezag van de federale gezondheidsinspecteur of zijn afgevaardigde (conform
KB 2 februari 2007)
- Adjunct Directeur Medische (adjunct DIR-MED):
Adjunct van de DIR-MED die helpt bij de uitvoering van het takenpakket DIR-MED.
De DIR-MED of zijn adjunct zetelt als vertegenwoordiger van discipline 2 in de commandopost
operationele staf (CP-OPS).
- Arts Trieur (en adjunct) (ARTS-TRI en adjunct TRI):
Arts, bij voorkeur urgentiearts van de eerste MUG, die de totaliteit van de patiënten in
ogenschouw neemt en de triage uitvoert.
Rapporteert aan DIR MED en COORD VMP, informeert wanneer nodig de Arts VMP.
- Adjunct TRI:
MUG-verpleegkundige die de ARTS-TRI bijstaat.
- Coördinator Vooruitgeschoven Medische Post (COORD-VMP)
Arts of MUG-verpleegkundige die de totale werking van de VMP organiseert en coördineert.
Hij zorgt voor een adequate taakverdeling, inrichting van de verschillende
classificatiezones, volgt de uitvoering door de andere medewerkers (artsen en verpleegkundigen)
op en ziet toe op een vlot verloop van de activiteiten. Rapporteert aan de DIR
MED en stemt af met de COORD REG.
- Coördinator regulatie (COORD-REG en adjunct REG):
Arts of MUG-verpleegkundige die instaat voor de regulatie van de slachtoffers die dienen
afgevoerd te worden.
Hij of zij bepalen aan de hand van de toestand van het slachtoffer en de beschikbare ziekenhuiscapaciteit
welk de bestemming van afvoer is van het slachtoffer. Rapporteert aan DIR-MED en stuurt de coördinator ambulancepark aan en stemt af met
Hulpcentrum 112 of via de aangestelde van het hulpcentrum 112 ter plaatse.
De keuze van de coördinator regulatie (hetzij arts, hetzij verpleegkundige) hangt af van
de grootte van de ramp, de specificiteit van de aangeboden pathologie in de VMP en de
medische stabilisatiemogelijkheden.
- Coördinator Secretariaat
Organiseert de administratieve taken op het rampterrein in het algemeen en meer bijzonder
in de VMP. Met inbegrip van de administratieve registratie van de slachtoffers,
betrokkenen, de afvoerbestemming, ...
Deze gegevens worden enkel ter beschikking gesteld aan derden op instructie van de
DIR-MED of de FGI.
- Coördinator Logistiek (COORD-LOG):
Werkt in opdracht van de Coördinator VMP enerzijds en onder de leiding van de DIRMED
anderzijds. Hij/zij staat in voor de aanvoer, organisatie en het optimaal gebruik
van de logistieke middelen nodig voor de totale medische hulpverleningsketen. Dit zowel
op het vlak van medische middelen (verbanden, medicatie, zuurstof) als de technische
logistieke middelen (draagberries, tenten, verlichting, verwarming, catering) maar
met uitzondering van de ziekenwagens.
Wanneer nodig overlegt en coördineert hij met de verantwoordelijke van discipline 4
voor de technische logistieke middelen.
- Coördinator Ambulancepark (COORD-AMB):
Staat onder de leiding van de DIR-MED maar wordt rechtstreeks aangestuurd door de
COORD REG en beheert het wagenpark (ziekenwagens en andere wagens) dat ter beschikking
staat van de medische sanitaire hulpverleningsketen.
Zorgt voor een vlotte operationele en technische uitvoering van de afvoer van patiënten
volgens de instructies (bestemming en wijze van conditionering voor transport) van de
COORD REG.
- Coördinator Liason HC 112- MED DISP:
Wanneer een aangestelde van het HC 112 nodig is op het terrein, wordt deze toegevoegd
aan de operationele staf van de CP-OPS na akkoord van de DIR CP-OPS. Hij staat in
voor een vlotte communicatie en informatie uitwisseling tussen de CP-OPS, DIR-MED
en het HC 112 (afstemming groepen, actieve groepstoewijzing, logboek).
- Operationele staf
Gelet op de veelheid van functies zowel in de CP-OPS, de administratief technische omkadering
voor de DIR-MED en de noodzaak om de Federale Gezondheid Inspecteur
11.9
Noodplanning en rampenhulpverlening hoofdstuk 11
permanent te voorzien van de nodige en juiste informatie kan voorzien worden in operationele
stafmedewerkers voor de D2.(Lijst slachtoffers, lijst afvoeren, lijst personele
bezetting.






Geen opmerkingen