Disability
ABCD Methodiek
Disability
In het onderzoekschema van een trauma-patiƫnt hoort natuurlijk ook de neurologische status. Veel informatie kunnen we vaak al halen uit een eerste indruk die iemand maakt. Let op de antwoorden die de patiƫnt op vragen geeft, de wijze waarop de patiƫnt reageert, alertheid en dergelijke.
Toch is ook dat rijtje in een duidelijke handleiding vastgelegd, welke internationaal voor iedereen hetzelfde is en daardoor eenduidig en begrijpelijk is voor elke hulpverlener op een spoedeisende hulp of alles wat daarmee van doen heeft.
Het neurologisch onderzoek (Disability) duurt maar kort, doch lang genoeg om veel te weten te komen.
Onderzoek
We stellen het bewustzijnsniveau van de patiƫnt vast, door de reactie van de patiƫnt op verbale en/of pijnprikkels te onderzoeken;
Hier zijn diverse methodieken voor
AVPU:
= Praat tegen de patiƫnt. De patiƫnt, die alert is (liefst ogen open) en reageert op het praten scoort de A van alert.
V – Verbal
= De patiƫnt, die uitsluitend reageert op aanspreken scoort de V van verbaal.
P – Pain
= Dien een pijnprikkel toe. De patiƫnt, die niet reageert op verbale stimuli, maar wel reageert op een pijnprikkel scoort de P van pijn, want hij reageert pas nadat we een pijnprikkel toedienden.
U – unresponsive/Unconscious
= De patiƫnt, die niet reageert op pijnprikkels scoort de U van unresponsive
Isocoor: gelijke pupillen
Anisocoor: ongelijke pupillen
Opmerking: iemand die geintubeerd is, kan Ć¼berhaupt niet reageren en krijgt een U met een “t ” erachter, hetgeen internationaal aangeeft dat iemand geĆÆntubeerd is.
WAPA:
Vaak gebruikt bij Belgische ambulanciers
Wakker
Aanspreekbaar
Pijn reactief
A-Reactie
GCS: Glascow Coma Scale
Gebruikte termen
PEARL = Pupils are Equal And Reactive to Light
Pupillen zijn gelijk van vorm (isocoor) en reageren op licht: Geen neurologische afwijkingen
Isocoor: Gelijk van vorm
An-Isocoor: Niet gelijk van vorm
Wat gaat de verpleegkundige doen?
- Als het onderzoek naar de disability een verminderd bewustzijn laat zien, ga dan in de secundaire onderzoeksfase gericht op zoek naar mogelijke oorzaken hiervoor. Want een stabiel iemand is helder en alert.
- Als de patiƫnt niet alert of verbaal reageert, pas dan op en blijf dan monitoren op problemen die de ademweg, ademhaling en circulatie in gevaar kunnen brengen.
Pupil controle
Bij het neurologisch onderzoek hoort ook het controleren van de pupillen.
- Onderzoek de pupillen op grootte, vorm, gelijkheid en reactie op licht.
Bij neurologische aandoeningen kan o.a. door verhoging van de intracraniƫle druk pupilverschil optreden. Pupillen moeten daarom in dit eerste onderzoek gecontroleerd worden op
- vorm
- diameter (afzonderlijk en in relatie tot elkaar)
- lichtreactie
- symmetrie
Bij de vorm let je op het rond zijn van de pupillen of veranderingen daarin. Bij veranderingen is er vaak sprake van verhoogde intracraniƫle druk.
De diameter beoordeel je door gelijktijdig de oogleden op te tillen en afzonderlijk en in relatie tot elkaar de doorsnede te meten. Let op: lichtinval kan pupillen groter of nauwer maken.
Anisocoor: ongelijke pupillen
De lichteactie kun je meten door vanaf de zijkant met een ooglampje licht te laten invallen. Gezonde pupillen worden kleiner bij invallen van licht. Reageert de pupil dan geef je het een +, bij geen reactie geef je het een -.
Let op: wie reagerende pupillen heeft maar mĆØt een verschil in pupilgrootte, kan te maken hebben met een dreigende cerebrale inklemming. Deze observatie is erg belangrijk.
Let op:
- Mensen kunnen al een gekende afwijking van diameter en of pupil reactie hebben, indien mogelijk probeer dit na te vragen.
- Mensen kunnen soms ook lenzen hebben
De stand van de ogen, gecombineerd met andere symptomen kan informatie verschaffen waar in de hersenen iets mis is. Daarom is het meten van de symmetrie belangrijk. Je kijkt of de ogen en de pupilen hetzelfde staan. Kijk of er een dwangstand is naar links, rechts, boven of onder. Ziet de patient scheel? (Deed ‘ie dat al?)
Rapporteer je bevindingen.
Geen opmerkingen