Trauma Brain Injury
Prehospitale zorg van
milde en ernstige TBI
(Schade aan de hersenen t.g.v. Trauma)
Richtlijnen en
protocollen voor behandeling en monitoring
Volwassenen
--Definitions:
Volwassenen Leeftijd ≥18
--De prehospitale identificatie van milde of ernstige TBI
Iedereen met een lichamelijk trauma en een mechanisme welke consistent is met het potentieel (recht op letsel) een hersenletsel te ondergaan EN
Elke patiënt met LOC (Loss Of Consciousness) (verlies van bewustzijn), vooral diegene met een GCS (Clasgow Coma Schaal) <15 of="" span="" verwardheid="">15>
OF
Multitrauma welke een intubatie behoeft (ongeacht of de primaire noodzaak voor intubatie kwam door het hersenletsel of andere potentiële letsels).
OF
Post-traumatische epileptische insulten, ongeacht of ze voortduren of niet
Algemene aanpak monitoring en continue evaluatie
- Continue monitoring Zuurstof O2 - Saturatie via pols oximetrie
- Continue niet-invasieve monitoring van End Tidal CO2 (ETCO2) bij
geintubeerde patiënten
- Elke 3 - 5 minuten controle van de systolische bloeddruk
Specifiek richtlijn gebaseerde therapieën
I. Luchtweg management / Oxygenatie
A. Management wordt begonnen met het toedienen van continue hoge-flow
zuurstoftoediening bij alle potentiële gevallen van traumatisch hersenletsels
Preventie, herkenning en behandeling van Hypoxie wordt benadrukt
Hypoxie: O2 sat <90 cyanose="" en="" of="" span="">90>
Wanneer het toedienen van hoge flow zuurstof onvoldoende effect heeft in
het oplossen/verbeteren van Hypoxie,dan worden basis luchtweg manoeuvres
geprobeerd, gevolgd door re-evaluatie.
Indien hierdoor het zuurstofgehalte niet >/= 90% OF er een inadequate
ademhaling arbeid/poging is bij de patiënt
Dan volgt BVM (ambu-masker) beademing toegepast, hierbij gebruik maken
van toepasselijke luchtweg devices (zoals oropharyngeal airway)
B. Wanneer de luchtweg bedreigt wordt of hypoxie blijft, na deze interventies,
dan zal endotracheale intubatie (ETI) worden uitgevoerd, indien een ervaren
ALS (Advanced Life Support) professional aanwezig/bereikbaar is.
Volgend op de endotracheale intubatie, zal de juiste plaatsing worden
gecontroleerd door verschillende controles (waaronder ETCO2 detectie en/
of capnografie)
II. Beheer van ventilatie:
Speciale nadruk wordt gelegd op het identificeren en behandelen van
hypoventilatie en het voorkomen van hyperventilatie bij het assisteren bij
ventilatie.
Als logisch gevolg hierop is er herhaaldelijk bewezen dat onbedoelde hyperventilatie gebeurd indien deze niet minutieus wordt voorkomen door goedwerkende externe devices.
Niemand, hoe ervaren ook, kan goed ventileren zonder ventilatoire toevoegingen (Pressure-Controlled BagsPCBs, Ventilation Rate Timers (VRT's), ETCO2-monitoring, ventilatoren).
PCB's / VRT's zouden moeten worden gebruikt onmiddellijk na de intubatie en totdat de patiënt op een mechanische ventilator kan worden geplaatst, zelfs wanneer dit maar 3-5 minuten duurt
let op:
3-5 minuten
is de tijd die hyperventilatie die nodig heeft om te beginnen met het doden van neuronen
A. Hypoventilatie (niet-effectieve ademhalingsfrequentie, oppervlakkige of
onregelmatige ademhaling of perioden van apnoe): als er ondanks de hoog
debiet O2-therapie aanwijzingen zijn voor hypoventilatie, zal kunstmatige
beademing worden uitgevoerd BVM (PCB / VRT) en, indien ineffectief, zal ETI
worden uitgevoerd als een ervaren ALS-provider aanwezig is.
B. Geïntubeerde patiënten: na ETI wordt PCB / VRT onmiddellijk gebruikt voor
ventilatie en ETCO2-niveaus worden strikt gehandhaafd tussen 35 en 45
mmHg wanneer monitoring beschikbaar is (target = 40)
1. Alle diensten worden sterk aangemoedigd om PCB's / VRT's te gebruiken. In
diensten zonder ETCO2 monitoring: handhaaf een be-ademhalingssnelheid
van 10 ademhalingen per minuut om onbedoelde hyperventilatie te
voorkomen
Diensten met ETCO2-monitoring moeten PCB's / VRT's gebruiken voor
inschatting van de initiële snelheid van handmatige ventilatie en om
vervolgens voorzichtig de ventilatie aan te passen aan het streefdoel van
ETCO2 van 40 mmHg.
Pas op voor de neiging om alleen de ETCO2-monitor te gebruiken
ter controle van de plaatsing van de tube, om vervolgens deze niet te
gebruiken om de ETCO2 in het doelbereik te proberen te houden.
2. Ventilatoren worden na de intubatie gebruikt (indien) beschikbaar om de
ventilatie mechanica en O2-therapie te optimaliseren
Dit is de beste manier om voor een geïntubeerde TBI patiënt te zorgen
PCB's / VRT's moeten onmiddellijk na de intubatie worden gebruikt tot de
patiënt op de ventilator is geplaatst, zelfs als dit slechts enkele minuten
duurt.
Target teugvolume (TV) wordt met 7cc / kg ventilatiesnelheden aangepast om de ETCO2 te behouden binnen het doelbereik (35-45 mmHg).
Dit is in overeenstemming met de nationale TBI-richtlijnen en met de
recente literatuur die aantoont dat intrathoracale druk, longmechanica,
hemodynamiek en ICP zijn geoptimaliseerd door deze TV in vergelijking met de "klassieke" 10-12 cc / kg dat veel voorkomt in veel instellingen.
C. Dreigende cerebrale herniatie:
- De EPIC-richtlijnen adviseren zelfs geen milde hyperventilatie voor
"dreigende hersens hernia "om de volgende redenen:
- Er is geen bewijs dat het resultaat in elke situatie verbetert
- Er is veel bewijs dat zelfs milde hyperventilatie schade geeft bij
matig en ernstig TBI-patiënten
--De "praktische toepassing" van deze "behandeling" is dat veel patiënten die
geen werkelijke dreigende herniatie hebben, uiteindelijk worden
gehyperventileerd sinds in de praktijk vaak gedacht wordt ... "Hoe slechter
een TBI is, hoe sneller je zou moeten ventileren.
"Zo komen veel patiënten die door hyperventilatie worden geschaad
uiteindelijk terecht met de verkeerde toepassing van deze 'behandeling'.
D. Niet-geïntubeerde patiënten: alle relevante monitoring / behandeling zal
worden toegepast, behalve ETCO2-monitoring.
III. Beheersing van de bloeddruk:
bij patiënten met een potentieel voor TBI, moet SBP (systolische bloeddruk)
≥ 90 mmHg worden gehandhaafd.
Er wordt sterk de nadruk gelegd op het voorkomen en agressief behandelen
van zelfs een enkele SBP-episode <90 mmhg.="" span="">90>
A. Behandeling van hypotensie:
zelfs een enkele SBP-meting <90 een="" intraveneuze="" mmhg="" span="" zal="">90>
vloeistof behandeling starten met een initiële bolus van 1 liter normale
zoutoplossing of Ringer's lactaat.
Dit zal worden gevolgd door intraveneuze toediening van isotone vloeistoffen
met voldoende snelheid en volume om SBP ≥ 90 mmHg te houden.
Als de snelle infusie van de eerste liter kristalloïde de hypotensie niet
corrigeert, moet er geen aarzeling zijn om agressieve vloeistofcerrectie te
blijven gebruiken.
- Opmerking:
hypotensie
wacht niet tot de patiënt hypotensief wordt.
Als de SBP daalt of als er andere tekenen van een gecompenseerde shock
zijn, zoals een toenemende hartslag met afnemende SBP, begin dan met een
agressieve behandeling voordat de patiënt hypotensief wordt.
-- Opmerking:
Intraossale toegang
moet worden geprobeerd als aan alle drie de volgende criteria is voldaan:
1) er is hypotensie of andere tekenen van shock,
2) perifere veneuze toegang kan niet snel worden vastgesteld
3) de mentale status van de patiënt is zodanig dat ze kunnen de procedure
zonder onnodige pijn kunnen tolereren. https://epic.arizona.edu/sites/default/images/files/EPICEMSTBIGuidelineNProtocolsADULT-FINAL.pdf
B. Behandeling van hypertensie:
bij TBI wordt de behandeling van acute hypertensie niet aanbevolen.
IV-vloeistoffen moeten echter worden beperkt tot een minimale
inloopsnelheid voor het openhouden van de toegang bij patiënten met SBP ≥
140 mmHg (waakinfuus).
IV. Beoordeling en behandeling van Hypoglycemie
Bij patiënten met een veranderende mentale toestand (van welke vorm
dan ook), moet ten allen tijden vroegtijdig de glycemie worden
gecontroleerd.
Hypoglycemie kan een beeld geven van TBI, als oorzaak van veranderd
bewustzijn.
Het kan ook de oorzaak zijn van TBI (bijv. diabetici (insuline afhankelijk)
welke een maaltijd gemist heeft --> Laag bloedsuiker gehalte -->
Leidt tot verminderd bewustzijn --> zou kunnen leiden tot een auto
ongeval
-- Neem een glucose meting
Indien glycemie <70mg dl="" span="">70mg>~ 3,9 mmol) dan:
1. Dien 50ml 50% dextrose (D50) IV toe
2. Herhaal glycemie meting na 10 minuten
Indien glycemie <70mg dl="" span="">70mg>~ 3,9 mmol) dan:
3. Dien 50ml 50% dextrose (D50) IV toe
4. Indien geen reactie, neem dan contact op met medische supervisie
5. Indien geen IV (Intra Veneuze) toegang, dan mag dextrose IO (Intra
Ossaal) gegeven worden
6. Indien geen IV (Intra Veneuze) en/ of IO (Intra Ossaal )toegang, dan mag
1.0 Mg Glucagon IM (Intra Musculair) toegediend wordenhttps://epic.arizona.edu/sites/default/images/files/EPICEMSTBIGuidelineNProtocolsADULT-FINAL.pdf
-- Opmerking:
Wanneer er verschillen zijn in de regionale/landelijke protocollen (standing
order) t.a.v. het behandelen van Hypoglycemie in het geval van TBI;
dan mag zowel het boven staande EPIC protocol worden gebrukt, of het
eigen geldende protocol.
Wanneer je twijfelt, check dan met de medische supervisie
geen werkelijke dreigende herniatie hebben, uiteindelijk worden
gehyperventileerd sinds in de praktijk vaak gedacht wordt ... "Hoe slechter
een TBI is, hoe sneller je zou moeten ventileren.
"Zo komen veel patiënten die door hyperventilatie worden geschaad
uiteindelijk terecht met de verkeerde toepassing van deze 'behandeling'.
D. Niet-geïntubeerde patiënten: alle relevante monitoring / behandeling zal
worden toegepast, behalve ETCO2-monitoring.
III. Beheersing van de bloeddruk:
bij patiënten met een potentieel voor TBI, moet SBP (systolische bloeddruk)
≥ 90 mmHg worden gehandhaafd.
Er wordt sterk de nadruk gelegd op het voorkomen en agressief behandelen
van zelfs een enkele SBP-episode <90 mmhg.="" span="">90>
A. Behandeling van hypotensie:
zelfs een enkele SBP-meting <90 een="" intraveneuze="" mmhg="" span="" zal="">90>
vloeistof behandeling starten met een initiële bolus van 1 liter normale
zoutoplossing of Ringer's lactaat.
Dit zal worden gevolgd door intraveneuze toediening van isotone vloeistoffen
met voldoende snelheid en volume om SBP ≥ 90 mmHg te houden.
Als de snelle infusie van de eerste liter kristalloïde de hypotensie niet
corrigeert, moet er geen aarzeling zijn om agressieve vloeistofcerrectie te
blijven gebruiken.
- Opmerking:
hypotensie
wacht niet tot de patiënt hypotensief wordt.
Als de SBP daalt of als er andere tekenen van een gecompenseerde shock
zijn, zoals een toenemende hartslag met afnemende SBP, begin dan met een
agressieve behandeling voordat de patiënt hypotensief wordt.
-- Opmerking:
Intraossale toegang
moet worden geprobeerd als aan alle drie de volgende criteria is voldaan:
1) er is hypotensie of andere tekenen van shock,
2) perifere veneuze toegang kan niet snel worden vastgesteld
3) de mentale status van de patiënt is zodanig dat ze kunnen de procedure
zonder onnodige pijn kunnen tolereren. https://epic.arizona.edu/sites/default/images/files/EPICEMSTBIGuidelineNProtocolsADULT-FINAL.pdf
B. Behandeling van hypertensie:
bij TBI wordt de behandeling van acute hypertensie niet aanbevolen.
IV-vloeistoffen moeten echter worden beperkt tot een minimale
inloopsnelheid voor het openhouden van de toegang bij patiënten met SBP ≥
140 mmHg (waakinfuus).
IV. Beoordeling en behandeling van Hypoglycemie
Bij patiënten met een veranderende mentale toestand (van welke vorm
dan ook), moet ten allen tijden vroegtijdig de glycemie worden
gecontroleerd.
Hypoglycemie kan een beeld geven van TBI, als oorzaak van veranderd
bewustzijn.
Het kan ook de oorzaak zijn van TBI (bijv. diabetici (insuline afhankelijk)
welke een maaltijd gemist heeft --> Laag bloedsuiker gehalte -->
Leidt tot verminderd bewustzijn --> zou kunnen leiden tot een auto
ongeval
-- Neem een glucose meting
Indien glycemie <70mg dl="" span="">70mg>~ 3,9 mmol) dan:
1. Dien 50ml 50% dextrose (D50) IV toe
2. Herhaal glycemie meting na 10 minuten
Indien glycemie <70mg dl="" span="">70mg>~ 3,9 mmol) dan:
3. Dien 50ml 50% dextrose (D50) IV toe
4. Indien geen reactie, neem dan contact op met medische supervisie
5. Indien geen IV (Intra Veneuze) toegang, dan mag dextrose IO (Intra
Ossaal) gegeven worden
6. Indien geen IV (Intra Veneuze) en/ of IO (Intra Ossaal )toegang, dan mag
1.0 Mg Glucagon IM (Intra Musculair) toegediend wordenhttps://epic.arizona.edu/sites/default/images/files/EPICEMSTBIGuidelineNProtocolsADULT-FINAL.pdf
-- Opmerking:
Wanneer er verschillen zijn in de regionale/landelijke protocollen (standing
order) t.a.v. het behandelen van Hypoglycemie in het geval van TBI;
dan mag zowel het boven staande EPIC protocol worden gebrukt, of het
eigen geldende protocol.
Wanneer je twijfelt, check dan met de medische supervisie
Bron: https://epic.arizona.edu/sites/default/images/files/EPICEMSTBIGuidelineNProtocolsADULT-FINAL.pdf
file:///C:/Users/marti/Desktop/EPICEMSTBIGuidelineNProtocolsADULT-FINAL.pdf
Geen opmerkingen