ATLS Advanced Trauma Life Support: Geschiedenis en achtergrond informatie
Advanced Trauma Life Support
(ALTS) is niet meer weg te denken uit de hedendaagse acute zorg. Als grondslag van het ABCDE-principe voor onderzoek en behandeling wordt deze methodiek tegenwoordig ook toegepast in veel andere specialismen dan traumachirurgie, de afdeling spoedeisende hulp, prehospitale zorg, zowel voor artsen als verpleegkundigen.
Het is bijna niet meer voor te stellen dat er ooit een tijd was dat ATLS niet bestond en we eerst de schotwond in het been onderzochten zonder ons te bekommeren over de vraag of de patiënt wel goed kon ademen en misschien een pneumothorax (ingeklapte long) had.
Toch zou het tot de jaren 80 duren voordat dit traumasysteem zijn intrede deed.
Het begin van ATLS
Een tragisch ongeluk eind jaren 70 was het begin van de verandering.
De gevolgen van dit ongeluk zouden decennia doorwerken en de opvang en behandeling van patiënten na acuut trauma wereldwijd voor eens en voor altijd veranderen.
Op 17 februari 1976 vloog dr. James Styner, orthopedisch chirurg, van Los Angeles naar Lincoln in Nebraska, VS om een huwelijk bij te wonen. Zijn vrouw Charlene (32) en zijn vier kinderen, Christopher (10), Richard (8), Randal (7) en Kimberly (3), waren ook aan boord van het 6-persoonsvliegtuig.
Ze vlogen oostwaarts en kwamen na een korte tussenstop boven Nebraska in een wolkenlaag terecht waar Styner onder probeerde te blijven.
Na 5 uur vliegen raakte hij gedesoriënteerd en verloor het vliegtuig hoogte. Met 168 mijl/h vloog het in een rij bomen (figuur 1).
Zijn echtgenote was op slag dood. Styner zelf had gebroken ribben, verwondingen aan zijn hoofd en een gebroken kaak. Kimberly, Richard en Randal waren bewusteloos door een neurotrauma.
Christopher had een onderarmsfractuur en een ernstige wond aan zijn hand. Ondanks hun eigen letsels lukte het Styner en Christopher de drie bewusteloze kinderen uit het vliegtuig te halen.
Bij temperaturen rond het vriespunt duurde het 8 uur voordat ze vanuit het bos bij een weg kwamen, waar een auto ze naar een lokaal ziekenhuis een paar mijl verderop bracht.
Het ziekenhuis was gesloten en het duurde enige tijd voor het personeel aanwezig was.
Het viel Styner op dat de artsen weinig kennis van opvang van ernstig gewonde traumapatiënten hadden. Alle middelen waren er, maar het personeel had geen idee wat er mee te doen. Styner was vooral bezorgd over de ontbrekende immobilisatie van de cervicale wervelkolom van zijn ernstig gewonde kinderen.
Hij belde zijn collega-orthopeed om hulp, die transport regelde naar een groter algemeen ziekenhuis.
De grote zorgen die Styner had over de opvang in het eerste ziekenhuis hebben geleid tot zijn legendarische uitspraak:
‘When I can provide better care in the field
with limited resources than my children and I received at
the primary facility, there is something wrong with the
system and the system has to be changed.’
Samen met lokale chirurgen en artsen van de Lincoln Medical Education Foundation en de Universiteit van Nebraska ontwikkelde Styner vervolgens het kader voor de gestructureerde opvang en behandeling van de traumapatiënt.
In 1977 werd een prototypecursus uitgeprobeerd in Nebraska. Deze cursus werd als ATLS-cursus geadopteerd door het American College of Surgeons en in 1980 breed gelanceerd in de VS en daarbuiten.
Internationale uitrol
Sinds 1980 heeft ATLS zich als een epidemie over de wereld verspreid. Dit heeft ertoe geleid dat ATLS tegenwoordig de erkende standaard voor traumaonderwijs en -zorg is in meer dan 60 landen.
De implementatie van ATLS in een land kent een strak protocol en internationale controle. Dit waarborgt een constante kwaliteit van onderwijs. Het format zorgt keer op keer weer voor enthousiaste dokters met diverse achtergronden. Het succes ligt in het aanreiken van een veilige methode om ernstig gewonde traumapatiënten op de juiste manier te behandelen.
Niet onbelangrijk daarbij is dat alle specialisten dezelfde ‘taal’ spreken, aan de hand van het ABCDE-principe.
Dit zorgt voor heldere communicatie tussen artsen, verpleegkundigen en ambulancepersoneel binnen hetzelfde ziekenhuis én bij overplaatsing van patiënten, zowel binnen Nederland als bij internationale transfers.
ATLS-cursus
De oorspronkelijke filosofie van de ATLS-cursus was om artsen die niet dagelijks te maken hadden met de opvang en behandeling van traumapatiënten en die werkten in kleine ziekenhuizen met beperkte beschikbaarheid van personeel en middelen, een handvat te geven voor een veilige en gestructureerde opvang en behandeling van traumapatiënten.
Het initiële assessment bestaat uit twee onderzoeksfases.
Bij binnenkomst van de patiënt op de SEH wordt dit onderzoek zo snel mogelijk gecompleteerd en uitsluitend onderbroken als een van de ABCDE-stappen directe behandeling behoeft.
Primary survey
In de eerste fase wordt de patient volgens de ABCDE-regel onderzocht en of behandeld:
1. A Airway and cervical spine control
2. B Breathing and ventilation
3. Circulation and haemorrhage control (bloeding)
4. Disability: neurologische afwijkingen
5. Environment
Dit eerste onderzoek is gericht op het opsporen en behandelen van levensbedreigende aandoeningen.
Secondary survey
In de tweede fase gaat men gestructureerd op zoek naar niet-levensbedreigende aandoeningen, die in de acute situatie vaak over het hoofd worden gezien.
De opzet van de cursus is onder auspiciën van de American College of Surgeons internationaal verder ontwikkeld naar een interactievere opzet met inhoudelijke aanpassingen.
Daar waar men begon met de beschikbaarheid van één arts en één verpleegkundige bij de opvang, bestaat er momenteel steeds meer aandacht voor de teambenadering. Zo ontstaat een systeem waarbij simultaan de A, B en C (en eventueel de D) wordt onderzocht en behandeld onderzoekt
Het team wordt aangestuurd door een teamleider die de opvang coördineert.
Ontwikkeling in Nederland In 1995 werd de eerste ATLS-cursus in Nederland georganiseerd. Tijdens intensieve trainingsdagen werden de diverse stappen van de opvang en behandeling overgedragen aan de cursisten via presentaties, discussies, werkgroepen, practica en uiteindelijk een praktijk- en theorie-examen. Tegenwoordig bestaat de Nederlandse cursus uit drie delen. De voorbereiding vindt plaats aan
de hand van een leerboek, dat elke 4 jaar geactualiseerd wordt aan de hand van de laatste wetenschappelijke literatuur. Daarnaast wordt de kennis gedeeld in een e-learningmodule, die doorlopen moet worden voor aanvang van de cursus. Tot slot wordt het geleerde in praktijk gebracht in een trainingscentrum, waar ervaren specialisten de cursisten in een 1-op-2-verhouding begeleiden.
Want wat wel duidelijk is, is dat ATLS een enorme verandering in het gedrag van de acute en intensieve zorg professionals heeft veroorzaakt: men voelt zich zekerder, communiceren beter, leiden een strakkere organisatie en kunnen op een duidelijke manier prioriteren tijdens de opvang van een complexe traumapatiënt.
Dit zijn allemaal factoren die bijdragen aan betere patiëntenzorg.
Daarnaast betekent de introductie van ATLS in veel landen het begin van de ontwikkeling van een gestructureerd traumazorgsysteem, zowel prehospitaal als in het ziekenhuis.
Ook in Nederland werden enkele jaren na de introductie van ATLS 10 traumacentra aangewezen.
De bewustwording van het belang van zorgstructuur en prioritering én het handelen daarnaar zijn op zichzelf al levensreddend zonder dat wij daarbij stilstaan.
De traumagerelateerde mortaliteitsreductie van maar liefst 15-25% sinds de introductie van traumasystemen laat dat goed zien.
Binnenkort zal ik schrijven over de ATLS gerelateerde opleidingen, zoals de PHTLS (pre-hospitale trauma life supprt) en bijv. de PALS (kinderen advanced life support)
Bron: https://atls.nl/media/151048/schipper-schep-atls-baanbreker-traumaonderwijs-ntvg-2017.pdf
Geen opmerkingen